Als trappenfabriek Geleijnse in Giessen een trap ontwerpt en bouwt, dan verandert deze van een functioneel interieurelement in een meubelstuk. Door gevoel voor ruimte, trends en detaillering in het ontwerp te leggen, worden de verbindingen tussen twee verdiepingen ware pronkstukken waarvan je iedere keer bij het op- en aflopen kunt genieten. Een rondgang met Marinus Geleijnse door de showroom en werkplaats is ook genieten. Hypermoderne machines geven een verdieping aan het nog steeds aanwezige traditionele ambacht. Voortaan herkennen we in een trap de wrongstukken, kwarten die een golflijn veroorzaken, Z-vormen in de treden en het ambachtelijke hoogstandje om een voluut te maken.

Tekst: Bert van den Hoogen | Fotografie: Rob Kater

Een voluut is de krul aan het einde van een trapleuning. Marinus Geleijnse laat er een zien in de werkplaats .”Het lijkt een eenvoudig stuk houtsnijwerk, maar kijk eens goed hoe complex die vorm is. Het gaat bovendien om de detaillering. Die bepaalt of het traditioneel of modern is.” Bij een voorraad paaldeksels, die iedereen meteen herkent als onderdeel van een trap, pakt Marinus nog zo’n knap staaltje handwerk. “Dit is een wrongstuk. Het is een stuk van een trapleuning met een driedimensionale draaiing, waarbij de binnenontwikkeling mooi gelijk op moet lopen met de buitenontwikkeling. Mijn vader maakte dit nog met de hand. Hij had er tekeningen bij, maar moest dat in zijn hoofd nog wel omzetten naar de driedimensionale vorm. Ja, daar heb je in je hoofd ook bijzondere kronkels voor nodig.”

Voor ieder interieurstijl is er een bijpassend type hout
Voor ieder interieurstijl is er een bijpassend type hout.

 

GELÉNZO SPILTRAPPEN

Tegenwoordig komen deze complexe vormen uit hypermoderne computergestuurde cnc-freesmachines in de werkplaats. Zoals de paalkop voor een trap in de stijl van de Amsterdamse School van begin vorige eeuw. Het is een kopie van een kop die moet worden vervangen. “Die oude is nog met de hand gemaakt. Ik kan alleen maar ontzag hebben voor de houtbewerker die dat toen met de hand heeft gedaan.” Dat had oprichter Machiel Geleijnse kunnen zijn. Hij begon namelijk in 1923 de trappenfabriek. Zijn kleinzoon Machiel Geleijnse bedacht in 1934 het concept van de Gelénzo spiltrap. “Hij bouwde daarvoor machines en maakte mallen. Je kunt zeggen dat het toen serieproductie was, hoewel er verschillende modellen waren. We voeren het merk Gelénzo nog steeds maar dan niet voor spiltrappen, want daar is vrijwel geen vraag meer naar.”

“We werken nu ook veel met staal en glas, al zit er altijd wel iets van hout in.”
– Marinus Geleijnse –

MET DE TIJD MEE

Metalen spijlen zijn allang geen uitzondering meer en zijn er in klassieke en moderne stijlen
Metalen spijlen zijn allang geen uitzondering meer en zijn er in klassieke en moderne stijlen.

Het gevoel voor traditie zit in iedere vezel van het bedrijf met de broers Johan, Marinus en Govert Geleijnse aan de leiding. Ze zijn de vierde generatie en zijn met de tijd mee gegaan. “Onze voorvaderen bouwden voornamelijk trappen van hout. Zeker in het begin waren het eenvoudige vormen. Een stalen spijltje was al iets bijzonders. Maar we zouden al lang niet meer bestaan als we het bij hout alleen zouden houden. We werken nu ook veel met staal en glas, al zit er altijd wel iets van hout in.”

Z-TRAP EN BLOKTRAP

De diversiteit van het materiaal heeft alles te maken met de trends in architectuur en interieur. In de showroom laat Marinus zien dat er tegenwoordig niet één stijl bestaat. “Lange tijd was de stijl van de jaren-30 woning populair. Het is een vrij traditionele trap met treden die over het stootbord heen steken. Die stijl is duidelijk over het hoogtepunt heen. Populair zijn tegenwoordig de Z-trap met schuine stootborden en de bloktrap met rechte stootborden. Daar zijn allerlei uitvoeringen in. Bij de een is de Z-vorm zichtbaar. Bij moderne trappen lopen de treden door tot tegen de wand en is de muurboom niet meer zichtbaar. Zo is aan een bestaande vorm een nieuwe toegevoegd.’’

BLIKVANGER

Marinus pakt er een groot fotoboek bij om te laten zien dat een trap voor hem veel meer is dan een hulpmiddel om van de ene naar de andere verdieping te komen. Van strak modern met zwevende treden en klassiek voor in landhuizen en kastelen tot industrieel met veel staal en luxueus met zelfs bladgoud op de paalkoppen. “Een trap een meubelstuk? Absoluut! Onze trappen zijn stuk voor stuk maatwerk. Iedere situatie is anders. Het is belangrijk dat de omvang van de trap in verhouding tot de ruimte is. Vaak is een trap in de hal gesitueerd en is het het eerste dat je ziet bij binnenkomst. Daarmee is het al snel een blikvanger. Het moet afgestemd zijn op de architectuur van het exterieur en interieur.

VANAF BOOMSTAMPLANKEN

In de werkplaats is er vooral gevoel voor hout
In de werkplaats is er vooral gevoel voor hout.

In de werkplaats is ook te zien hoe een trap wordt gebouwd vanaf een complete boom die in boomstamplanken binnenkomt of van gevingerlast gelamineerde balken en planken. Het ruwe materiaal geeft de broers de vrijheid om van schets af aan tot unieke trappen te komen. “We hebben ieder ons aandeel in het hele proces. Ik ben de ontwerper. Ik vind het prachtig om van niets tot iets te komen. Een trap moet functioneel zijn, maar moet ook één geheel zijn met de ruimte en voldoen aan de wens van de klant. Soms komt een architect al met een uitgewerkt ontwerp, andere keren komen ze met een bijzonder ontwerp van een pand waar ze een bijzondere trap in willen. Ik maak vervolgens ook de offerte, ga de trap op locatie inmeten en maak de werk-
tekeningen.”

IDEALE SAMENWERKING

“Johan heeft de technische knobbel. Hij ziet direct of mijn ontwerp gemaakt kan worden en hoe dat dan moet. Hij weet ook al snel hoe de trap bevestigd moet worden. Verder verzorgt hij de inkoop van de materialen en bewaakt de planning. Govert is de afwerker, de man van de details en de controller. Ik kan in mijn enthousiasme te veel opdrachten aannemen en word dan door hem gecorrigeerd, omdat het niet in te plannen is. Hij is ook de expert van de montage en hij doet de eindcontrole. Het is een ideale samenwerking, want we hebben elkaar nodig. We kennen elkaar door en door waardoor de afstemming soepel verloopt. Dat zien we terug in het eindresultaat. Want één ding staat voorop: een trap mag niet kraken.”

BIJ MODERNE TRAPPEN LOPEN DE TREDEN DOOR TOT TEGEN DE WAND en is de muurboom niet meer zichtbaar. Zo zijn bestaande vormen naar iets nieuws getild.

1 ding staat voorop - een trap mag niet kraken
Eén ding staat voorop – een trap mag niet kraken.

 

Een trap moet functioneel zijn, maar moet ook één geheel zijn met de ruimte en voldoen aan de wens van de klant.

De trapleuning met wrong-stukken op de draaipunten Marinus Geleijnse Paaldeksels en gedraaide paalkoppen

DE GOLFLIJN IN DE TRAPBOOM IS ONVERMIJDELIJK

De trap in de stijl van de Amsterdamse School wordt in de werkplaats in zijn geheel opgebouwd
De trap in de stijl van de Amsterdamse School wordt in de werkplaats in zijn geheel opgebouwd.

Het is een bijzonder fenomeen in de wenteltrap: de muurboom tegen de wand krijgt door de hoeken een golvende lijn. Het kan een ergernis zijn voor liefhebbers van moderne architectuur waarbij alles strak en recht moet zijn. Marinus Geleijnse krijgt dan ook soms van klanten het verzoek om die golflijn eruit te halen. “Die golflijn ontstaat als je een of twee kwarten (de punten waarop de trap een hoek maakt, red.) in de trap maakt. Bij een trap met kwarten zijn niet alle treden even lang. De golflijn is onvermijdelijk en de leuning moet in diezelfde golflijn meelopen. Een rechte leuning is echter wel mogelijk. Als je echt een strak interieur wilt, dan moet je een rechte trap maken. Een oplossing is een bordestrap, maar daar heb je weer meer ruimte voor nodig.”

 

Het ambachtelijk handwerk van oprichter Machiel Geleijnse wordt gedaan door de computergestuurde cnc-freesmachine maar ook met handwerkgereedschap
Het ambachtelijk handwerk van oprichter Machiel Geleijnse wordt gedaan door de computergestuurde cnc-freesmachine maar ook met handwerkgereedschap

 

De kunstzinnige vormen zijn kenmerkend voor de Amsterdamse School - Zoveel smaken zoveel steunen voor trapleuningen
De kunstzinnige vormen zijn kenmerkend voor de Amsterdamse School – Zoveel smaken zoveel steunen voor trapleuningen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.